Losers on the verge of something great



Make America Great Again
Losers on the verge of something Great

 

Sinds dinsdag ben ik al aan CNN gekluisterd. Het is een welkome afleiding van de zoveelste Coronacijferanalyse zonder goeie context. Maar het is ook omdat Amerika me nauw aan het hart ligt. Ik heb er mijn hart verloren. Ik geef om wat er daar gebeurt. Mensen hier bestempelen de Amerikanen vaak als dom omdat een man als Trump er ooit aan de macht is kunnen komen, omdat ze oppervlakkig zijn, omdat ze van hun wapens houden, van hun vrijheid. Die stelling is natuurlijk een beetje kort door de bocht. Amerika is een ingewikkeld land, met veel problemen, met verschillende mensengroepen die intussen zo ver van elkaar staan dat er geen gemeenschappelijke basis meer te vinden is. The United States of America, het is er nog voor de vorm. En voor de taal. En voor de dollar. Maar de ziel, de waarden en normen, zijn die nog in any way United? De polarisatie is totaal. En ik houd mijn hart vast voor de komende dagen.

Je hebt de mensen die vooruit willen en kunnen in de veranderende wereld, mensen die de diversiteit omarmen en iedereen The American Dream gunnen. En je hebt mensen die vergeten zijn door het systeem, vergeten door diezelfde American Dream. Toen we de hele Route 66 afreden een paar jaar geleden was dat heel duidelijk. Mensen die in barakken wonen, hun daken afgeplakt met plastic, met niets binnen de 100 km, geen supermarkt, geen bedrijven, geen industrie, zelfs geen Taco Bell met bevlekt tapijt en bekraste tafelboots. Deze mensen zijn vaak niet hoog opgeleid, hebben geen kans om ergens anders te werken dan in oude industrievormen. Die industrie is weg, er is geen toekomst voor hen, zij zijn bang van de vooruitgang want de vooruitgang heeft hen in de steek gelaten. Achtergelaten als een doodgereden adelaar op de highway die al 40 jaar niet is opgelapt. Zij zien enkel hoe hun dorpen leeggelopen zijn en de eens zo drukke main street een spookstraat is geworden met dichtgetimmerde ramen, lege louche motels en uitgebrande neon signs. Deze godvrezende mensen zijn bang. Bang van de immigranten, bang van de Black Americans, bang van de Chinezen. Zij zijn erg vatbaar voor de woorden van Trump die zogezegd deze angst begrijpt en hun harten wint met protectionisme, de belofte de fabrieken terug naar deze vergeten outback te brengen en Amerika in haar oude eer te herstellen met geen ruimte voor lelijke vrouwen, drug dealende Mexicanen en linkse rakkers. 

Angst is een slechte raadgever, dat is in alle gevallen zo. Daar spelen populisten als Trump maar al te graag op in. Populisten zijn verdelers, geen helers. Ze splitsen de samenleving op en spitsen al hun aandacht toe op 1 ‘grote zwakke’ groep om onderliggend hun persoonlijke agenda te kunnen doorduwen. Dat is lelijk. Maar an sich is het niet echt anders dan wat er in de rest van Europa aan het gebeuren is. Alleen is in Amerika alles groter en met meer show. Daarom kijken de Europese populistische politici nu ook met argusogen naar Amerika om lessen te leren uit hoe de Trumpclown het heeft aangepakt. 

Natuurlijk ben ik ook teleurgesteld in hoe klein de marge tussen Biden en Trump is. Ik had gehoopt dat er toch meer mensen na 4 jaar door zijn leugens, bedrog en buitenproportioneel narcisme hadden kunnen kijken. Maar alles komt eigenlijk neer op een gebrek aan een krachtpatser aan de andere kant. ‘I can’t believe I have to vote for Biden’, heb ik al meer dan eens gehoord.
 De democraten zijn er niet in geslaagd om de vergeten groep Amerikanen te kunnen beroeren, om een antwoord te bieden op hun bekommernissen, om oplossingen te bieden die hun angst kunnen verkleinen, die hen weer in de droom kunnen doen geloven. Trump biedt ook geen oplossingen, allesbehalve zelfs, maar hij erkent hun zere plekken. Bij mensen die zich niet meer thuis voelen in hun eigen land omdat evolutie hen voorbij heeft gestoken is dat vaak genoeg. Dat blijkt ook weer uit deze verkiezing. Dat zijn vragen die de Democratische partij zich heel serieus moet stellen nu. Hoe kunnen we zelfs tegen Trump, zelfs na 4 jaar ongeremd Trumpisme, nog maar nipt overeind blijven?

Wat we de laatste dagen van Trump hebben gezien is zielig, respectloos en vooral kleutergedrag. Het is ook ongezien hoe de media op hem reageert. Wat zij durven zeggen over ‘hun’ president waar meer dan 50% van de kiezers hebben voor gekozen is hallucinant eigenlijk. Goeie TV, dat wel. Terecht, dat wel. “Een obese schildpad die op zijn rug ligt en niet meer rechtgeraakt in het laatste zonlicht” “”Pathetic, sad, a disgrace, disgusting, a fascist”. “Where is the intervention?”
Je moet het maar doen op live televisie. Zijn persbriefings uit de ether halen? Je moet het maar doen met iemand die nog steeds in de running is om president te blijven van een grootmacht. Ze doen echt hun best om de mensen te laten zien op wat voor iemand 50% van hun kijkers hebben gestemd. Maar het is verdomme nogal een vertoning als je er even bij stilstaat. De democratie zo onderuit halen, gewoon omdat hij de realiteit niet aankan? Zouden er Trumpkiezers zijn die spijt hebben van hun stem intussen door wat hij de laatste dagen heeft uitgekraamd? Ik hoop het.
Wat zou ik graag een vlieg zijn in The White House nu… Ik denk dat hij daar zit met een pruillip, zijn armen over elkaar en een burger op het tafeltje naast hem, juist naast zijn net overgekamd haarstukje.  

Maar Biden of Trump…
Ik hoop dat het Coronavirus volgend jaar onder controle is zodat ik terug kan gaan
Het is een prachtig divers land, met mensen die een praatje met je beginnen aan de naftpomp, busy NewYorkers die je maar al te graag de weg wijzen wanneer je verdwaald bent, waitresses die hun hele leven vertellen en vooral veel ‘Hi, how are you’s’.  

May someone bless America
Goodnight. 

 

 

 




 

 


Onthaasten


O n t h a a s t e n:
De afwas met de hand doen, rustig, al babbelend, een uur het bad laten vollopen, hout gaan halen in het bos, wandelen zonder doel, koken op 2 pitten, enkel kaarslicht en olielampen, koffie maken op zijn Italiaans, uitgebreid ontbijten, het haardvuur gaande houden, uit het raam staren, lezen, schrijven, niksen, dat...niksen. Dat is niet makkelijk. Daar heb ik meer dagen niksen voor nodig.

So now what?






Het is niet altijd makkelijk je in te leven in ieders situatie op dit moment. We hebben allemaal onze angsten en onzekerheden over de toekomst. De zelfstandigen die niet weten waar het geld voor de komende huur vandaan moet komen, de managers die gepusht worden mensen te ontslaan met het voortbestaan van het bedrijf als doel, de mensen die ongewild in de werkloosheid belanden, de leerkrachten die schreeuwen om begrip maar stuiten op veel onbegrip omdat ze de 'adempauze' zogezegd niet nodig hebben met 'amper' 22u voor de klas per week. Fout gekozen woord van Weyts wel, dat kan al eens in het verkeerde keelgat schieten. De schooldirecteuren die met de handen in het haar zitten om de zorgen om de kinderen én het personeel gezond te houden. Het zorgpersoneel dat mentaal onder druk gezet wordt om toch te blijven werken ook al testen ze positief. De 35 regeringen die ook geen idee hebben wat ze moeten doen maar ze hebben de ogen van miljoenen mensen op hen gericht wachtend op hun beslissingen om ons als schapen uit deze crisis te halen. Het enige wat zij in essentie kunnen doen is oproepen tot zorgen voor elkaar en solidariteit. 

Het virus graait om zich heen, en heeft zelfs de gemondmaskerde, regelsvolgende en handenontsmettende mensen in zijn greep. Mensen worden tegen elkaar opgezet om het dan wel-dan niet volgen van de regels. Ons onderliggend vrijheidsgevoel bezorgt ons een knagend gevoel in de onderbuik. Onze uitlaatkleppen zijn er niet meer. Geen plannen te maken, geen langetermijnsprojecten, geen perspectief, geen knuffels. We worden verteld dat wij het onder controle kunnen krijgen, allemaal samen. Maar er is geen allemaal samen, laten we eerlijk zijn. Het is ieder voor zich - wij hebben geen controle over de anderen. Dat is wel gebleken. We hebben allemaal ons leven te leiden. Met de druk van onze jobs, onze familie, onze kinderen, onze financiën, ons beeld van wat het leven moet zijn, onze angsten, onze diepste verlangens die altijd ergens op de oppervlakte liggen te sluimeren, rest er vaak alleen nog ons eigen perspectief.

'I want my life back' is de zin die ik onder mijn contacten zowat het vaakst hoor, en ja, ik voel het ook. Ik wil reizen, mijn zaak uitbouwen, gaan uiteten, leuke dingen doen in het weekend, geld verdienen, ...
De mensen die het hardst roepen of het hardst lobbyen krijgen even respijt en steun, tot de volgende begint te roepen. Dan wordt de eerste groep de paria. Er is een hele groep die niet roept, de zogenaamde 'zwakkere' groep: de armen, de mensen die alleen zijn, de kleinere sectoren die ook kreunen onder de maatregelen, de ouderen, de mensen met een moeilijke thuissituatie. Zij moeten het hebben van een krantenartikel hier en daar. Het kwantiteitsverschil in roepende comments op die krantenkoppen is schrijnend. 

De simpele waarheid is dat we allemaal lijden, op onze manier, met ons referentiekader, binnen ons eigen vaak bekrompen wereldbeeld. Het is altijd de schuld van de anderen, van degenen die toch op reis zijn geweest, van degenen die hun karretje niet ontsmetten, van de jongeren die jong willen zijn, van de kinderen die toch naar school mogen, van de overvolle bussen vol mensen die toch gedwongen worden naar Brussel te pendelen, van de mensen die stil houden dat ze ziek zijn om in hun levensonderhoud te kunnen blijven voorzien, van de mensen die toch nog even op café zijn geweest, de migranten, de schuld van de versoepelaars, van de verstrengeraars, van de politiekers die de crisis gebruiken om stemmen te ronselen, van de media, van de man op de straat die om 23u56 zijn hond nog even uitlaat omdat hij geen tuin heeft, van de virologen, van de Chinezen en van Trump. Dat is makkelijk. 
We doen het allemaal wel eens, we denken het allemaal wel eens.
Het is eigen aan de menselijke natuur. 
We zoeken naar een leider en een schuldenaar.

Deze tweede golf is moeilijker dan de eerste. We hebben al het bananenbrood gebakken, de boeken gelezen die in de boekenkast stonden, yoga gedaan, 10 kilo bijgekomen of afgevallen, aan onszelf gewerkt, heel netflix gezien, al de klusjes gedaan in het huis, en al creatief geweest met onze werksituaties . De zon schijnt niet meer elke dag, de wandelpaden in de omgeving zijn verkend. Wat nu? 
Het gevoel bekruipt me ook, merk ik meer en meer. De angst om een toekomst infecteert mijn hart ook. Het nieuwe normaal is niet het leven dat we ambiëren 
Het leven dag per dag bekijken is nog nooit zo noodzakelijk geweest. Carpe diem - Horatius had er reeds een gezegde voor.
We zijn per definitie niet ingesteld op die gedachte.
Onmiddellijk naar het volgende, wat doen we morgen? Volgende maand? Waar sta je over 5 jaar? Leven in het moment en dankbaar zijn voor de kleine dingen, dat wordt van ons gevraagd nu, zonder aan morgen te denken. 
Dat is niet makkelijk. Voor niemand. 
Zelfs niet voor onze kinderen die doorhebben dat Sinterklaas wel eens moeite zou kunnen hebben om tot hier te geraken aangezien heel Europa rood gekleurd is. Maar kom, voor hem is dat waarschijnlijk een essentiële verplaatsing.
Laten we gewoon proberen wat begrip op te brengen voor ieders situatie. Kwaad zal het zeker niet kunnen. Daar krijg je geen virus van en misschien, heel misschien is die zachtheid wel besmettelijk.

Lippenlach



Op een avond rond 22u
Ging ik nog even iets naar de kantine brengen
Mijn auto geparkeerd vlak voor de deur
Stapte ik zonder mondmasker uit 
Nog voor ik het aan kon doen
Kruiste ik een meisje
Ook zonder mondmasker
Ze dronk van haar flesje water
Ze lachte naar me
Ik lachte terug
Die onbedekte glimlach
Daar in de verlaten straat
Deed me zoveel goed
Er kwam zoveel warmte door
Een onbedekte, onschuldige glimlach
Nooit gedacht dat ik dat zo zou missen
Die opkrullende mondhoeken 
Een oprechte lach kan bergen op hun knieën bewegen
Ik glimlachte nog toen ik de kantine binnenliep
Een glimlach
Die zelfs door mijn mondmasker te zien was
Ik dacht terug aan die baby die er gisteren op de schoot van haar moeder zat
Ik lachte naar de baby, met mijn ogen
De baby lachte terug
Ze had nooit anders gekend
Dan een glimlach te detecteren aan de ogen
Boven een zielige verhulde mond

Er zijn geen helden meer, mijnheer

‘In the future, everyone will be famous for 15 minutes’ wist Andy Warhol al.


Er zijn geen echte helden meer, dacht ik,  terwijl ik de tentoonstelling bekeek, geen Zeus, geen Alexander de Grote, geen Martin Luther King, geen Madonna, geen Cindy Crawford, geen Vincent van Gogh, geen Fred Astaire, geen Albert Einstein, geen Marilyn Monroe. Iedereen krijgt zijn 15 minuten in de maakbare maatschappij en verdwijnt dan weer in de vergetelheid van de middelmatigheid.

De vraag is of dat effectief een probleem is. Hebben we nog helden nodig? Wanneer mij de vraag zou gesteld worden wie mijn held is kan ik niet onmiddellijk iemand voor de geest halen.
Ik heb diep respect voor vele mensen, omwille van hun bovennatuurlijke intelligentie, hun uitzonderlijke talent, hun onweerstaanbare schoonheid, hun onnavolgbare invloed op de wereld. Maar het verafgoden, het dwepen, het adoreren, dat is me om een of andere reden vreemd.

Mensen hebben helden nodig zegt de psychologie, omdat we biologisch zo zijn ingesteld. Carl Jung opperde de idee dat we collectief onbewust bepaalde beelden, ideeën en gedachten, de zogenaamde archetypes, geërfd hebben. Ze geven ons een zekere moraliteit mee.
Ze zijn wat wij niet kunnen zijn, maar wat we graag zouden willen zijn, ze geven antwoorden waar wij ze schuldig moeten blijven. Ze doen ons dromen, ze geven ons hoop in moeilijke tijden.
Vandaar ook het succes van superhelden met bovennatuurlijke krachten, ze onthullen onze menselijke tekortkomingen. Ze stellen de kunst, de ‘goeie’ zaak, hun talent boven hun eigen egoïstische noden. Ze geloven in iets groters, no matter what.

In een wereld waarin we meer en meer in de filosofische hoek worden gedrumd dat we zelf verantwoordelijk zijn voor wat we bereiken en waar individualistische doelen de norm geworden zijn, en waar iedereen zijn 5 minutes of fame kan bereiken omdat alles en iedereen bereikbaar is geworden door de sociale media. We leven in een wereld waar een Kylie Jenner meer stemmers naar de stembus kan bewegen dan de campagne van de presidentskandidaat zelf. Een wereld waar youtubers en Tiktokkers die in hun tienerkamer zonder posters van Madonna zitten te lullen of belachelijke dansjes performen voor een scherm beroemder zijn dan mensen die effectief iets betekenen voor de mensheid, mensenrechten, armoede, wereldvrede of klimaat. Zijn dit de helden van vandaag?

Waar zijn die iconen van deze tijd? Is onze cultuur zo vluchtig geworden, of kan niemand nog echt vernieuwend zijn omdat alles al is gedaan? De Ariana Grandes en Nicky Minajes van deze tijd zie ik de tand des tijds niet trotseren en dat hoop ik zelfs ook niet. Zelfs Leonardo Di Caprio zal het niet halen, De Niro en Pacino misschien nog net wel. Obama misschien?

Als ik door de jukebox in mijn hoofd ga, passeert er enorm veel muziek van de jaren 50 tot nu de revue. Ik vroeg me vanmorgen af waar ik die muzikale en culturele bagage heb opgeraapt. Hoe wordt cultuur overgeleverd aan de volgende generatie en wie blijft er hangen? Hoe komt dat iedereen Van Gogh en Rubens kent, maar we bij de vraag wie de invloedrijkste kunstenaar is van de laatste 30 jaar toch al eens diep moeten gaan nadenken? Zal er ooit een boek geschreven worden nu dat binnen 2000 jaar nog zal gelezen worden? Zal er muziek zijn die een paar eeuwen overleefd? Zal er een kunstwerk zijn gemaakt in 2020 dat mensen in 2134 nog tot ontroering zal brengen?

Misschien heeft technologie de roem van de kunst ingenomen? De Steve Jobs, de Bill Gates en de Elon Musks - zijn dat de Van Goghs, de Monet’s en de Picasso’s van vandaag? Zij hebben de wereld  ingrijpend veranderd, maar is dat van het hetzelfde niveau als onze oude helden?
Alleen de tijd zal het uitwijzen.

Misschien is dit relaas alleen maar een uiting van het feit dat ik oud word, of cynisch.
Of misschien zijn we allemaal helden in ons eigen verhaal, en ook al zal dat verhaal de overlevering niet overleven. Dat wil niet zeggen dat ons leven het leven niet waard was. Laten we het daarop houden.

September


1 September

Ik drink mijn koffie op het terras. Een nieuwe gewoonte die ik mezelf heb aangeleerd - 10 minuten vroeger opstaan om op mijn gemak aan de dag te beginnen. Ik trek het dekentje wat dichter over me heen. Mijn blote voeten voelen de koude al op de terrastegels. De Septemberse ochtendhemel is een tikkeltje kil. De buitenlucht voelt al mistig, klam misschien zelfs. De zomer neemt gewillig een stap terug, en brieft de herfst over het voorbije seizoen. Ze is moe, ze is dit jaar vroeg aan haar hoogtij begonnen, in maart al - om er voor te zorgen dat we niet met z’n allen in een Coronadepressie belandden.

Je voelt dat de herfst langzaamaan zijn plaats opeist en koudere ondertonen onze atmosfeer instuurt, terwijl ze de bladeren nu snel warmere ondertonen zal geven. De wonderen der natuur - van helblauwe hemels naar vuurrode, felgele en knaloranje landschappen. Ik ruik de verbrande geur al van de eerste verwarmingstoestellen die sputterend uit hun zomerslaap ontwaken. Het Tiense bietenseizoen is nog net niet begonnen, maar je voelt dat ze op weg zijn vanuit de velden, in mijn hoofd is het een parade van tractors, de grond voor het huis al daverend bij wijze van feestelijke intrede. De meeste mensen zullen zeggen dat deze periode in onze stad de ergste is. De ‘durf te vragen’ – facebookgroepen zullen weer op volle toeren draaien met vragen over de stank. Maar voor mij betekent het ‘thuis’. Het is een vertrouwde geur, de geur van de herfst, van nieuwe schooljaren, nieuwe werkjaren, een nieuw seizoen, een nieuw begin.

Binnen maakt mijn dochter zich klaar voor de eerste schooldag. Ik vraag me af of ze ook met dezelfde spanning uitkijkt naar het nieuwe schooljaar. Toen ik het haar vroeg zei ze dat ze het best spannend vond, maar dat kan ook gewoon te maken hebben met het rare jaar dat we al achter de rug hebben. Het begin van het schooljaar vond ik altijd best speciaal op haar leeftijd. Na een zomer zonder mijn vriendinnen was ik blij dat ik terug naar school mocht. Ik kon uren spenderen met mijn nieuwe potloden, slijper, cursusblokken met lijntjes, ruitjes en dat andere waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren, nieuwe ringmappen met een kartongeur die ik me nog in de neus kan halen en het geluid van het dichtklikken van de nieuwe ringen. Raar, de dingen die je bijblijven. Nieuwe fluostiften, een lat zonder kapjes in, geodriehoeken en passers, ik vond het allemaal heerlijk. Ik zat dan op de grond van mijn zolderkamer met al mijn nieuwe spullen rond me. De verwarming eind augustus al lichtjes aan (want bij ons was het altijd 24 graden), de avonden al afkortend. In mijn tijd waren er nog echte seizoenen, of lijkt dat alleen maar zo? Shit, heb ik dat echt geschreven. Ik word oud.

Ik denk dat mijn standaard nieuwe outfit voor een vers schooljaar een roltrui was, een geruite rok en leren schoenen met veters. De kleuren konden afwisselen, maar het waren allemaal variaties op hetzelfde thema. Ik denk zelfs dat er vaak zo’n kiltspeld door mijn rok stak. Eighties girls, are you with me? Mijn dochter heeft vandaag gekozen voor een zwart kleedje met sterren, een leren jasje en skate baskets. Stoer eerder, terwijl ik 30 jaar geleden eerder voor de academische look ging. Ik nam school ook iets serieuzer dan zij doet, maar kom – terugkijkend naar mijn stressvolle (tot mijn 14de dan toch) schoolcarrière weet ik niet welke benadering het best is eigenlijk. Dat zal alleen de tijd uitwijzen.

Na die eerste dag thuiskomen, begon mijn vader met volle moed en met gemillimeterde precisie mijn boeken en schriften te kaften. De etiketten werden er met de waterpas netjes opgeplakt en geschreven door mijn vader zelf want mijn handschrift was iets te rommelig vermoed ik voor het algemene uitzicht van het boek. In mijn memoires zal ik ook neerschrijven dat we dan pannenkoeken als avondeten aten, terwijl het nieuws opstond en mijn boeken glimmend op de bureau klaarlagen. Misschien heb ik te weinig tradities in het leven, misschien moet ik daar iets aan doen. Gelukkig voor mij heb ik op 3 jaar nog geen enkele boek moeten kaften, al zou ik die taak dan wel doorschuiven naar mijn vader moest die dag ooit komen. Mijn dochter zit dit jaar in de klas bij een juf waar ik ook nog les van heb gehad. Ik vind dat mooi. Die cirkel van de kleinstedige charme. Haar klas was ooit mijn klas, de muffe geur en de geluiden van de deuren krijgt ze er ook zomaar bij, om in onze collectieve moeder-dochter herinneringenpot te steken.

Ach, ik ben niet boos om september. Het geeft me nieuwe energie omdat het ergens ook de druk van de zomer wegneemt. In de zomer heb ik altijd het gevoel dat ik bezig moet blijven omdat de dagen lang duren. Ik voel me schuldig als ik om 20u onder mijn deken kruip terwijl buiten de zon nog schijnt en er (in normale jaren) nog zoveel mogelijkheden zijn om het leven te grijpen voor de zonsondergang.
Nu kan ik tenminste op een vrijdagavond zonder enig schuldgevoel, onder mijn deken naar de misdaadserie op Eén kijken en het gevoel hebben dat alles wat er in de dag zat er ook uit is gehaald.
Laat die bieten maar komen. Laat de geur mijn neus maar penetreren. Ik ben er klaar voor. Ik heb zelfs mijn verwarmingsketel al gewaarschuwd dat het gedaan is met de zomerslaap.